Leren voor de SO

Hieronder kun je vinden wat je moet leren voor de SO.

Basisstof 1 : Het skelet

De tekst op bladzijden: 8, 9, 12, 13

De volgende opdrachten zijn belangrijk: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8

De volgende afbeeldingen moet je uit je hoofd kennen: 3, 4 (blz. 10) (Gebruik hierbij de online puzzel!)

Hieronder staan de leerdoelen van Basisstof 1, zorg dat je de leerdoelen kunt.

Voor de SO: 

• Kun je uitleggen dat mensen zoogdieren zijn en dus een inwendig skelet hebben.
• Weet je dat een ander woord voor skelet geraamte is.
• Weet je dat botten ook wel beenderen worden genoemd.
• Kun je opnoemen uit welke drie onderdelen het lichaam bestaat.
• Kun je opnoemen uit welke vier delen de ledematen bestaan.
• Kun je beschrijven uit welke vier onderdelen de romp bestaat.
• Kun je beschrijven uit welke twee botten de schoudergordel bestaat.
• Kun je beschrijven uit welke botten de borstkas bestaat.
• Kun je beschrijven uit welke botten de bekken bestaat.
• Kun je beschrijven uit welke botten de wervelkolom bestaat.
• Kun je 22 botten aanwijzen en een naam geven in een figuur van het menselijk skelet.
• Kun je uitleggen wat de schedel is.
• Kun je opnoemen uit welke botten een arm bestaat.
• Kun je opnoemen uit welke botten een been bestaat.
• Kun je uitleggen welke vier functies het skelet heeft.

Basisstof 2: De bouw van botten

De tekst  op bladzijden: 17, 18, 20

De volgende opdrachten zijn belangrijk: 10, 11, 12, 13

De volgende afbeeldingen moet je kennen: 14

Hieronder staan de leerdoelen van Basisstof 2, zorg dat je de leerdoelen kunt.

Voor de SO: 

• Kun je beschrijven dat in botten kalk en lijmstof zit.
• Kun je beschrijven dat kalk hard is.
• Kun je beschrijven dat lijmstof taai is en kan buigen.
• Kun je uitleggen dat kalk en lijmstof samen zorgen dat het bot stevig is.
• Kun je benoemen waar kraakbeen uit bestaat.
• Kun je uitleggen waarom baby’s bijna nooit hun botten breken.
• Kun je uitleggen wat het verschil is tussen de botten van baby’s en de botten van een volwassen persoon.
• Kun je opnoemen op welke vier plekken er in het lichaam van een volwassene kraakbeen zit.
• Kun je uitleggen waarom oudere mensen makkelijker hun botten breken.

Lezen

Jullie lezen de bladzijden van Basisstof 3: bladzijden 23, 24

En de om te onthouden op bladzijde 25

Als je klaar bent met lezen, kun je beginnen aan de opgaven (zie het volgende kopje).

Puzzel en opdrachten

In de leerdoelen staan de volgende twee zinnen: 

• Kunnen je vijf verschillende onderdelen benoemen in een dwarsdoorsnede van een gewricht, zoals in je boek staat op blz. 23.

• Kun je de kapselbanden in een doorsnede van een gewricht aanwijzen.

Dit betekent dat je afbeelding 17 en afbeelding 19 uit je hoofd moet kennen.

Dit kun je oefenen met een puzzel. Maak in de les, voor je de opdrachten gaat maken, één keer de puzzel.

Thuis kun je vaker oefenen.

Als je de puzzel één keer hebt gemaakt, kun je aan de opdrachten beginnen. 

Je moet de volgende opdrachten maken: 

Opdracht 14, 15, 16

Huiswerk